Een reiziger in China
Het is alweer een maand geleden dat ik in Hong Kong was. Wat gaat de tijd toch snel! De afgelopen maand is er veel gebeurd, maar voordat ik jullie daarover en over mijn nieuwe leven als leerkracht aan de ‘Yue Xiu Language University’ is het eerst tijd om jullie bij te praten over de lange stedentrip…
Ga je tijdens je wereldreis een paar dagen naar Hong Kong? Plan dan ook zeker een dagtripje naar Macau, het casino-paradijs voor de Chinezen en een land met veel Europese (Portugese) invloeden. Neem in de ochtend de ferry, ontdek Macau en zet ‘s avonds weer voet op de kade in Hong Kong.
Na het beklimmen van de berg in Kangding, het kaartspel met het houtskool en de koude slaapkamers gooide ik mijn backpack weer op mijn rug en stapte ik in het minibusje dat me naar Litang zou brengen.
28 haarspeldbochten, ontzettend blauw, helder water, muilezels die je op je rug nemen en wiet om die bochten wat gemakkelijker te maken. Je vindt het allemaal wanneer je een trekking maakt door de Tiger Leaping Gorge, niet ver van Lijiang.
Het Changqingchun Ke’er Klooster was het hoogtepunt van ons bezoek aan Litang. Aangezien er in Litang verder weinig te beleven was reisden we de volgende dag verder. Bestemming? Xiangcheng. Xiangcheng is een klein stadje tussen Litang en Shangri-La en staat bekend om het klooster dat er staat.
We lieten Chengdu en de panda’s achter ons en vertrokken richting onze volgende bestemming; Kangding. In 8 uur bracht een bus ons naar dit kleine stadje. Een stadje dat officieel tot China behoort, maar waar de oorspronkelijke bewoners zich allemaal Tibetanen beschouwen.
Wat verzwakt door het andere eten en de vermoeidheid stapte ik in Xi’an op de trein richting Chengdu. Met een beetje geluk had ik nog een treinkaartje weten te bemachtigen: een staankaartje voor 15 uur. Verschrikkelijk, maar met een doel: de reuzenpanda zien in Chengdu.